Zie wie ik ben

Dit gedichtje heb ik geschreven voor alle kinderen die ik langs zie huppelen in mijn werk. Eerst als kleuterleerkracht, bovenbouwleerkracht, middenbouwleerkracht en tegenwoordig als intern begeleider.

Voor alle kinderen die knallen van de energie en nieuwsgierigheid, altijd het naadje van de kous willen weten, geen genoegen nemen met een half antwoord, kunnen ontploffen van onrechtvaardigheid. Voor diezelfde kinderen die ik de volgende dag een traantje zie wegpinken tijdens het voorlezen, de handen voor hun ogen zie doen tijdens een spannend geschiedenisfilmpje. De kinderen die blijven gaan tot het randje en dan thuis echt even moeten bijkomen van alle prikkels. Voor al die kinderen heb ik dit gedicht geschreven.

Zie wie ik ben
Kijk eens goed naar mij
als ik wiebel en friemel,
en giechel en hieper
Zie je mijn ogen stralen
en glimmen van plezier
van al het nieuws dat ik leer?

Luister eens goed naar mij
als ik hotter en stotter,
over mijn woorden stuitel en buitel
Hoor je dat ik niet kan stoppen
met vertellen over al het nieuws
dat ik heb geleerd?

Leef je alsjeblieft goed in in mij
als ik frons en boos doe
Ongeduldig en onmachtig stampvoet
uit oneerlijkheid en frustratie
Met je in discussie ga,
omdat ik zo graag wil leren

Kijk je naar mij
Naar wie ik ben
Kijk je achter mijn gedrag
Zodat ik later kan zien
Wat jij toen zag

kinderen en faalangst

belemmerende gedachten
blokkeren het leren

Kinderen die over het algemeen lekker vrolijk zijn en prima in hun vel zitten, maar..

– voor een spreekbeurt niet te genieten zijn, buikpijn krijgen, niet kunnen slapen..
– voor een toets extreem veel leren of het juist steeds voor zich uitschuiven..
– met veel plezier naar dansles gaan totdat er een uitvoering aan zit te komen.
– het schoolpodium alleen leuk vinden om naar te kijken..

Daar zou best wel eens faalangst achter kunnen zitten. Dat kan sociale faalangst, cognitieve faalangst of motorische faalangst zijn.

Er zijn verschillende manieren om met faalangst om te gaan. Er zijn kinderen die extreem veel gaan leren, steeds bevestiging vragen aan de leerkracht, alles tot in de puntjes perfect willen doen om maar geen fouten te maken. Deze kinderen zijn zo bang om iets verkeerd te doen of dat iemand anders iets naars over ze zou denken, dat ze steeds actief zijn om de kans van falen zo klein mogelijk te maken. Ze leggen de schuld onbewust bij zichzelf. Dit noem je actieve faalangst. Het zorgt voor veel spanning, wat zich kan uiten in buikpijn, hoofdpijn, slecht in slaap komen, naar dromen, bedplassen, verstoorde stoelgang..

Aan de andere kant zijn er ook kinderen die juist het tegenovergestelde gedrag laten zien. Het struisvogelgedrag. Dit zijn de kinderen die zo bang zijn om te falen, dat ze er door verlamd raken. Geen actie ondernemen, het leren voor zich uitstellen, afdwalen tijdens de uitleg van de leerkracht, met geen mogelijkheid aan hun huiswerk te krijgen zijn, clownesk gedrag laten zien in de klas, vergeten dat ze een toets hebben.. Ze leggen de schuld onbewust buiten zichzelf. Het falen is het gevolg van het niet geleerd hebben, niet geoefend hebben, de leerkracht die niet kan uitleggen.. Dit noem je passieve faalangst. Doordat ze ogenschijnlijk onverschillig omgaan met hun schoolwerk, is het heel lastig om dit type faalangst te herkennen. Ook deze vorm van faalangst uit zich in spanningen, kroppen zich onbewust op en kunnen leiden tot plotselinge uitbarstingen van verdriet en/ of boosheid.

Mijn faalangsttraining richt zich op het opbouwen van het zelfvertrouwen, het herkennen en omgaan met spanningen en het veranderen van de negatieve gedachten.
De meeste kinderen hebben hier 8-10 sessies voor nodig. Als de faalangst heel hardnekkig is, kunnen we in overleg besluiten om nog wat langer door te gaan met de training.